Hoe het werd gewonnen: De weg naar huwelijksgelijkheid in België.

In 2003 legaliseerde België het homohuwelijk - het tweede land ter wereld dat dit deed, na Nederland.

De wet die zorgde voor de gelijkheid van het huwelijk werd aangenomen zonder grote opschudding in de Belgische samenleving - het was een moment van relatieve consensus in de Belgische samenleving.

Laten we terugblikken op wat een belangrijke stap voorwaarts was voor de LGBTQIA+ gemeenschap in België.

De Regenboogregering

In 1999 leidden de Belgische verkiezingen tot de vorming van een zogenaamde "regenboog" regering - geleid door de Vlaamse liberaal Guy Verhofstadt.

Deze coalitie onder leiding van Verhofstadt bracht - voor het eerst - liberalen, socialisten en groenen samen, waarmee een einde kwam aan de langdurige dominantie van de christendemocraten.

De degradatie van de christendemocraten tot een minderheidsstandpunt maakte de weg vrij voor de legalisering van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht.

20 jaar wachten

Vóór de legalisering van het homohuwelijk hebben Belgische LGBTQIA+ organisaties tientallen jaren gestreden voor gelijke rechten voor alle burgers.

In België vond de eerste Gay Day plaats op 18 maart 1978. Het evenement werd georganiseerd in Gent door de Rooie Vlinder-groep, een linkse feministische groep die zich uiterst militant opstelde.

In 1996 werd in Brussel voor het eerst een officieel Pride-evenement gehouden.

Op wetgevend niveau werd pas in 2000 de eerste stap voorwaarts gezet met de invoering van een wet die het wettelijk samenwonen voor alle paren - inclusief paren van hetzelfde geslacht - valideert.

In 2001 kondigde de regenboogregering van Verhofstadt aan dat er een wetsontwerp in voorbereiding was dat de gelijkheid van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht zou verzekeren. Het was de toenmalige minister van Justitie, Marc Verwilghen, die het wetsvoorstel op 28 mei 2002 formeel aankondigde.

De stemming in het federale parlement over de voorgestelde wetgeving was gepland voor 30 januari 2003. Met de steun van de meerderheid leek het erop dat alles in gereedheid was om in België de gelijkheid van het huwelijk tot stand te brengen.

Er moesten echter enkele onverwachte obstakels worden overwonnen. Ten eerste bracht de Raad van State een negatief advies uit over de voorgestelde tekst - op grond van het feit dat "alleen heteroseksuele verbintenissen waarschijnlijk kinderen zullen baren". Ten tweede besloot een blok van vertegenwoordigers binnen de coalitie dat de kwestie van huwelijksgelijkheid een ethische kwestie was en dat haar leden daarom een gewetensstem over de wetgeving zouden krijgen, in plaats van het regeringsbeleid te moeten volgen.

Op de dag van de stemming - donderdag 30 januari 2003 - draaiden de debatten vooral om twee radicaal verschillende opvattingen over het huwelijk. De tegenstanders van de wetgeving betoogden dat het huwelijk draait om het krijgen van kinderen, terwijl de voorstanders van de wetgeving betoogden dat het huwelijk draait om het samen opbouwen van een leven.

Een verdeelde stemming

De exacte verdeling van de stemmen op die dag is vrij ingewikkeld, waarbij religie een sleutelrol speelt in hoe de verschillende vertegenwoordigers hun stem uitbrengen.

Van het blok van tien Franstalige christelijke vertegenwoordigers waren er vier niet aanwezig, twee stemden tegen en vier onthielden zich van stemming.

Het Vlaamse christelijke blok stemde daarentegen grotendeels voor de wetgeving - op basis van het feit dat het adoptierecht niet werd uitgebreid tot paren van hetzelfde geslacht.

Het Vlaamse liberale blok stemde unaniem voor de wetgeving, terwijl het Franse liberale blok verdeeld was - zes voor en acht tegen.

Het Vlaams Blok was unaniem tegen de wetgeving, terwijl het Volksunieblok unaniem voor was.

De socialistische en groene vertegenwoordigers waren de grootste voorstanders van de voorgestelde wetgeving. Vertegenwoordigers als Karine Lalieux en Zoé Genot spraken uitvoerig over de beginselen van antidiscriminatie. Hun steun bracht de stemmen van 53 vertegenwoordigers met zich mee.

Om 18.13 uur is het debat gesloten. Het uiteindelijke aantal stemmen was 91 voor, 22 tegen en 9 onthoudingen.

De wetgeving tot wijziging van het burgerlijk wetboek en de gelijkheid van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht in België is door het federale parlement aangenomen.

Ervoor zorgen dat iedereen erbij betrokken is

De stemming over de gelijkheid van het huwelijk in 2003 was een belangrijke stap voorwaarts voor de LGBTQIA+-gemeenschap in België, maar het was niet het einde van de weg.

Omdat niet alle landen in de wereld de gelijkheid van het huwelijk hebben omarmd, wordt een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht dat in België is gesloten, niet noodzakelijkerwijs in andere landen erkend. Dit kan belangrijke juridische gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor de erkenning van een huwelijkscontract en het beheer van een gemeenschappelijk vermogen.

Bovendien bood de wetgeving van 2003 geen oplossing voor een aantal complicaties bij huwelijken met niet-staatsburgers. Dat werd opgelost in 2004, toen het toepassingsgebied van de wet werd uitgebreid zodat - op voorwaarde dat een van de echtgenoten ten minste drie maanden in België heeft gewoond - alle echtparen in België kunnen trouwen, ongeacht de wet in het land van herkomst.

Verder dan huwelijksgelijkheid

De goedkeuring van het huwelijk in 2003 is een mijlpaal die moet worden gevierd. We zijn het aan de generaties voor ons verplicht om het werk te erkennen dat nodig was om die stemming te verwezenlijken.

Twintig jaar zijn verstreken sinds België de gelijkheid van het huwelijk omarmde en er is veel gebeurd, maar er is nog meer werk aan de winkel.

We kunnen niet op onze lauweren rusten. We zijn het aan de generaties na ons verplicht ervoor te zorgen dat we hen de komende jaren veel te vieren geven.

Categorieën

nl_BEDutch